30 juni 2009

Meerderheid schadeverzekeraars heeft fraudebeleid op orde

Afgezet tegen marktaandeel haalt een ruime meerderheid van de Nederlandse schadeverzekeraars de afgesproken doelstellingen rond de bestrijding van verzekeringsfraude. Bij veertig procent ligt het fraudebeleid zelfs op het hoogste niveau. Dat blijkt uit een onderzoek van het Centrum Bestrijding Verzekeringsfraude (CBV) van het Verbond van Verzekeraars. Voor het onderzoek zijn meer dan veertig schadeverzekeraars benaderd die samen zo’n negentig procent van de markt bedienen. Een kwart scoort nog onvoldoende en doet te weinig aan bijvoorbeeld preventie en opsporing. Het CBV verwacht dat ook deze maatschappijen op korte termijn het fraudebeleid op orde krijgen. Grotere verzekeringsmaatschappijen scoorden relatief het beste. Het CBV toetste de verzekeraars aan de vijf punten die centraal staan in het ‘Deltaplan bestrijding verzekeringsfraude’ dat voor de verzekeringsbranche is ontwikkeld. Er werd gekeken naar de vertrouwensrelatie tussen de verzekeraar en de klant, de borging van fraudebeheersing in de eigen organisatie, fraudepreventie, de processen van fraudedetectie en de bewijsbaarheid. Op basis van de score op deze deelpunten kregen de onderzochte verzekeraars een classificatie die uiteen liep van niveau 3 (alles op orde) tot niveau 0 (onvoldoende sturing op fraudebeheersing). Zes verzekeraars – Achmea, AEGON, Allianz, ASR, de Europeesche en Interpolis – kwamen met hun score uit op het hoogste niveau. De andere verzekeraars scoorden op niveau 2 of lager. Bemoedigend Algemeen directeur Richard Weurding van het Verbond van Verzekeraars noemt de uitslag van het benchmarkonderzoek “bemoedigend maar geen reden om achterover te leunen”. Weurding: “Veel verzekeraars hebben hun fraudebestrijding goed op orde. Dat hadden zij al of ze zijn door het Verbond extra geprikkeld om de zaken nog beter aan te pakken. Dat is winst. We denken dat de nodige verzekeraars snel in staat zijn om verdere verbeterslagen te maken om op het hoogste niveau 3 te komen. De achterblijvende verzekeraars weten wat hen te doen staat en hebben onze onverdeelde aandacht.”

Bron: Verbond van Verzekeraars

Bij fraude betrokken notaris uit het ambt gezet

Het Hof in Amsterdam heeft vanochtend uitspraak gedaan in de zaak tegen notaris W. Deze notaris werd verdacht van medewerking aan vastgoedfraude. Het Hof is tot de conclusie gekomen dat deze notaris per direct uit het ambt gezet moet worden. Deze uitspraak is conform de wens van de KNB die tegen de uitspraak van de kamer van toezicht (twee weken schorsing) hoger beroep had aangetekend.De KNB meent dat iedere notaris die zich laat verleiden tot het mogelijk maken van vastgoedfraude uit het ambt gezet moeten worden. Iedere notaris die dit doet, is er één teveel. Deze gevallen zijn echter op de vingers van één hand te tellen – het gaat om minder dan een half procent van de totale beroepsgroep. Dat betekent dat meer dan 99% van de notarissen gewoon eerlijk en betrouwbaar zijn werk doet. Dat is ook de reden dat de KNB als aanklager in een aantal van deze zaken hoger beroep aantekent als de tuchtrechter niet tot ontzetting besluit. De KNB meent ook dat het tuchtrecht moet worden aangepast. Nu zijn er negentien Kamers van Toezicht, dat moeten er vijf worden. Van die vijf moet één kamer gespecialiseerd worden in vastgoedfraude. Ook vindt de KNB het van belang dat tuchtrechters vergelijkbare straffen uitdelen. Om dit te realiseren pleit de KNB voor het ontwikkelen van oriëntatiepunten voor het bepalen van de strafmaat, vergelijkbaar met het strafrecht.Lees gehele persbericht.

Bron: KNB

08 juni 2009

Doodgaan met veel polissen is verdacht

Verzekeraars sporen meer fraude met levensverzekeringen op. Vorig jaar werden 45 fraudegevallen opgespoord, het jaar daarvoor 25. Dat blijkt uit cijfers van de Toetsingscommissie Gezondheidsgegevens, een onafhankelijke commissie die mogelijke fraude met levensverzekeringen onderzoekt.
Verzekeraars voeren de strijd tegen fraude op. Bij levensverzekeringen kijken ze vooral naar mensen die binnen een jaar na het afsluiten of aanpassen van de levensverzekering zijn overleden. ,,Bijvoorbeeld mensen die na een bezoek aan de dokter direct doorlopen naar de verzekeraar en dan verschillende polissen afsluiten,’’ zegt Ferdinand Soeteman, hoofd van het Centrum Bestrijding Verzekeringsfraude van het Verbond van Verzekeraars (VvV). ,,Als mensen zo snel overlijden kan dat een aanwijzing van fraude zijn.’’Sinds drie jaar kan de verzekeraar dergelijke verdachte gevallen voorleggen aan de Toetsingscommissie. Die commissie, onder leiding van oud-minister Job de Ruiter, vraagt de medische gegevens op van de overledene om te kijken of bij het afsluiten van de verzekering geen informatie is verzwegen die van belang is voor het overlijden.Afgelopen jaar was het in 45 van de 160 gemelde gevallen raak. Het jaar daarvoor constateerde de commissie dat in 25 van de 99 gevallen fraude was gepleegd bij het afsluiten van de verzekering. Onduidelijk is hoe groot de fraude met levensverzekeringen is. De commissie spoorde vorig jaar voor 1,5 miljoen euro op. In 2007 ging het om enkele tonnen. In totaal wordt jaarlijks voor vele miljarden aan levensverzekeringen uitgekeerd. Zelf wijt de commissie dit aan de verzekeraars. Met name de grote maatschappijen met veel polissen melden nauwelijks zaken aan. Al helemaal niet als het om grote bedragen gaat. De commissie krijgt vooral de kruimels op haar bordje. Bij het VvV zijn ze optimistischer. ,,Je ziet dat het aantal zaken stijgt, dus verzekeraars weten de weg naar de commissie steeds beter te vinden.’’

Bron: AD