09 februari 2006

Deltaplan moet fraude halt toeroepen

“Alle verzekeraars worden geconfronteerd met fraude bij acceptatie van verzekeringen en afhandeling van (schade)claims. Fraude met en rond verzekeringen verhoogt echter de premiedruk en is maatschappelijk niet aanvaardbaar.” De eerste twee zinnen in het voorwoord van het Deltaplan Aanpak Fraude bij Schadeverzekeringen laten weinig aan de verbeelding over: fraude met verzekeringen moet niet meer kunnen! Het Verbond presenteert op 9 februari het Deltaplan aan zijn leden, zo meldt het Verbond in de nieuwste uitgave van Verzekerd!.

Belangrijkste boodschap in het Deltaplan, dat specifiek op schadeverzekeringen is gericht, is dat het tegenhouden van fraudeurs primair door de verzekeraars zelf zal moeten gebeuren. “Natuurlijk mogen de maatschappijen rekenen op een (krachtig) stimulerende, coördinerende, ondersteunende en adviserende rol van het Verbond, maar de verzekeraars zijn nu zelf aan zet”, aldus Lex Westerman, een van de opstellers van het Deltaplan, dat een uitvloeisel is van de stellingname van het Verbondsbestuur en het bestuur van de sector Schadeverzekeringen.

Hogere pakkans
Kort samengevat omvat het Deltaplan een vijftal projecten die het fraudebewustzijn moeten versterken en de fraudedetectiekans verhogen. “De aanpak van fraude moet met andere woorden bij de bedrijfstak meer tussen de oren komen en de pakkans moet omhoog”, vertelt Ferdinand Soeteman, beleidsmedewerker bij het Verbond en medeopsteller van het Deltaplan.De projecten één tot en met drie hebben te maken met
versterking van het imago van de bedrijfstak, het fraudebewustzijn en de fraudepreventie. De projecten vier en vijf gaan over verbetering, ten eerste van de risicoanalyse, detectie en afdoening, ten tweede van de bewijsbaarheid.

Reclame-uitingen
In het eerste project, dat het imago moet versterken, gaat het er vooral om dat verzekeraars zowel collectief als individueel laten zien dat het hen ernst is. Oftewel, fraude loont niet. Een van de acties in dit project betreft dan ook de voorlichting inzake fraudeaanpak als onderdeel van het communicatietraject naar klanten én intermediair. “Denk bijvoorbeeld aan aandacht voor het fraudebeleid in reclame-uitingen”, aldus Soeteman.In het tweede project worden verzekeraars geacht zorg te dragen voor een actief fraudebewustzijn in hun eigen (bedrijfs)organisatie. Soeteman: “Een actie daarbij kan zijn dat een verzekeraar managementrapportages over fraude opstelt en deze structureel inbrengt in de formele rapportagelijnen.” ‘De versterking van fraudepreventie en afschrikking’ staat centraal in project drie. “Het gaat er met name om”, aldus Westerman, “dat potentiële fraudeurs, die wij ook wel first offenders noemen, worden afgeschrikt door een hoge pakkans en een flinke sanctie. Vandaar ook dat een van de acties die tijdens dit traject ter hand worden genomen, is dat iedere relatie na gebleken fraude wordt beëindigd.”

Samenwerking cruciaal
Als preventie en afschrikking niet helpen, zal de feitelijke detectiekans van eventuele fraudegevallen in de fase van de schadeclaim sterk moeten worden verhoogd. In project vier draait het om een verbetering van processen en ondersteuning door informatie en instrumenten. Vervolgens komt de verbetering van de bewijsbaarheid (project 5) aan bod. “Belangrijk is”, meent Soeteman, “dat feitelijke fraudegevallen ook daadwerkelijk aan het licht komen, worden onderzocht en bewezen.”Een van de belangrijkste factoren om het Deltaplan te laten slagen, staat echter niet in de projecten, maar in de inleiding. “Het beheersen van fraude vereist een nadrukkelijk onderling afgestemd fraudebewustzijn in de gehele acceptatie- en schadeafhandelingsketen. Het is dan ook zaak dat partners in de keten worden betrokken bij de uitvoering van het Deltaplan.”

Bron: Verzekerd!, februari 2006

Geen opmerkingen: